Algemeen
Inleiding
Emmen kent een lange traditie als energieregio. De grootschalige verveningen en de olie- en gaswinning hebben hun stempel gedrukt op de ontwikkeling van Emmen. Ook de komende decennia zullen olie- en gaswinning nadrukkelijk aanwezig blijven in de regio. Tegelijkertijd maakt Emmen zich op voor een duurzame toekomst waarin vermindering van het energieverbruik en een toenemend gebruik van hernieuwbare energie een belangrijke plaats innemen. Om dit te realiseren wordt in de Energienota ‘Emmen geeft energie’ ingezet op drie actielijnen. Deze actielijnen zijn een vervolg op de Big Five, de vijf sporen uit het vorige energieprogramma. Het betreft de volgende actielijnen:
- Energiebesparing
- Duurzame energie
- Energiesysteem 2.0
Van sturend naar faciliterend
In het verleden heeft de gemeente vooral een sturende rol aangenomen in het verduurzamen van Emmen. Deze sturende rol is echter de laatste jaren verschoven naar een faciliterende rol. De reikwijdte en invloed van de gemeentelijke organisatie op het realiseren van de duurzaamheidsambities is immers beperkt. Ontwikkelingen worden in gang gezet door meerdere partijen, de gemeente kan dit niet alleen. Het is belangrijk om beschikbare kennis in Emmen te verenigen en partijen bij elkaar te brengen die een belang hebben bij verduurzaming. De gemeentelijke organisatie zet zich in om partijen bij elkaar te brengen en ze bewust te maken van de urgentie en de voordelen van verduurzamen. Burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere partijen moeten de kennis bezitten en perspectief aan de horizon zien om de verduurzaming verder te brengen. De gemeente wil de aankomende jaren hier een nog nadrukkelijkere faciliterende rol in gaan spelen.
Regionale samenwerking
De gemeentelijke organisatie zet nadrukkelijk in op regionale samenwerking, ook over de landsgrenzen heen. De gemeente ontwikkelt in 2019 met de andere Drentse gemeentes een Regionale Energiestrategie (RES). Tegelijk verkent de gemeente de mogelijkheden om in de toekomst te gaan samenwerken met de gemeentes Borger-Odoorn en Coevorden. Tot slot is Emmen betrokken bij internationale samenwerking binnen het project SEREH: Smart Energy Region Emmen-Haren. In 2018 is dit project begonnen met een verkenning naar de mogelijkheden om de regio Emmen-Haren energieneutraal te maken door een slim en grensoverschrijdend energienetwerk op te zetten. De samenwerkingspartners binnen dit project zijn de gemeente Emmen, de Duitse buurgemeente Haren, Universiteit Twente, Rijksuniversiteit Groningen, Hochschüle Osnabrück, Agrowea en de NAM (zie de sectie ‘Uitgelichte projecten’ voor uitgebreidere informatie over dit project).
Economische effecten energietransitie
Verduurzaming van de energievoorziening leidt niet alleen tot milieuwinst. Energietransitie leidt ook tot versterking van de economie in Emmen. Jaarlijks betalen huishoudens en bedrijven in de gemeente Emmen tientallen miljoenen euro's voor het gebruik van energie. Veruit het grootste deel van deze geldstroom verdwijnt uit de regio en gaat naar grote energiebedrijven in het buitenland. Door in te zetten op hernieuwbare energie die lokaal wordt geproduceerd, kan dit geld in de regio blijven. Door financiële participatie in hernieuwbare energieprojecten kunnen burgers zelfs rechtstreeks profiteren van hernieuwbare energie. De gemeente Emmen zou dan ook graag zien dat ontwikkelaars burgers de mogelijkheid bieden om te participeren in hernieuwbare energieprojecten (bijvoorbeeld in zonneparken of windmolens). Daarnaast vindt de gemeente het belangrijk dat burgers met eigen initiatieven komen om zelf energie op te wekken voor de buurt of voor het dorp.
Investeringen in hernieuwbare energiesystemen en energiebesparing stimuleren bovendien de lokale economie, omdat er werkgelegenheid ontstaat door aanpassingen en toepassingen van bestaande of nieuwe technieken. Ook ontstaan er nieuwe verdienmodellen voor bedrijven, bijvoorbeeld door de transitie naar een biobased economie. Reststromen die voorheen geen waarde hadden, worden in toenemende mate nuttig aangewend als grondstoffen. Hierdoor ontstaat eveneens nieuwe werkgelegenheid. Het gaat om directe werkgelegenheidseffecten.
Tot slot is er sprake van indirecte werkgelegenheidseffecten omdat de energierekening van huishoudens en bedrijven omlaag gaat. Een lagere energierekening leidt tot een betere concurrentiepositie van Emmense bedrijven en de financiële positie van de consument verbetert wat vanzelfsprekend ook weer leidt tot een impuls voor de werkgelegenheid in de regio.
Sterke groei werkgelegenheid
Uit landelijke cijfers blijkt dat de werkgelegenheid in de duurzame energiesector in de afgelopen jaren sterk is gestegen. In 2005 waren er omgerekend naar voltijdequivalenten naar schatting 25,5 duizend banen in deze sector, in 2017 waren dit ruim 56,5 duizend banen. Dit komt neer op een stijging van 120% in de periode 2005-2017. De werkgelegenheid die direct is te relateren aan de productie van hernieuwbare energie is met ruim drie duizend banen nog relatief beperkt. De werkgelegenheidsgroei is vooral het gevolg van toenemende investeringen in energiebesparing en hernieuwbare energie. Met name isolatiewerkzaamheden en de installatie van zonnepanelen zorgden in deze periode voor meer werkgelegenheid. Meer dan de helft van de arbeidsplaatsen is ontstaan door investeringen in energiebesparende maatregelen. Dit komt doordat het uitvoeren van energiebesparende maatregelen (bv. het aanbrengen van isolatiemateriaal) arbeidsintensief is. Ook voor het installeren van zonnepanelen is veel menskracht nodig. Met de zonnelening stimuleert de gemeente Emmen deze werkzaamheden. Dit levert niet alleen milieuwinst op, maar ook nieuwe werkgelegenheid.
Nieuw perspectief
De gemeente wil een omslag maken in zowel haar energiebeleid als het energiedebat. De voorbije jaren ging de discussie voortdurend om de kwantitatieve inzet, de wijze van stimulering, of om het instrumentarium. Zowel het beleid als het debat is daarbij constant gefragmenteerd en versmald tot een discussie over specifieke bronnen en sectoren. De gemeente Emmen identificeert zich dan ook met de nieuwe landelijke insteek om de discussie breder te voeren. Er moet worden gekeken naar fundamentele maatschappelijke behoeftes waarin energie in 2050 moet voorzien. Deze vier maatschappelijke behoeftes betreffen:
- De functie lagetemperatuurwarmte voor ruimteverwarming en warm water;
- De functie hogetemperatuurwarmte voor productie- en proceswarmte;
- De functie transport en mobiliteit;
- De functie licht en apparaten.
De gemeente Emmen creëert de condities en stuurt, samen met burgers, maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven en kennisinstellingen, op bewaking van deze fundamenten en voortgang. Voortgang met als einddoel: CO2-neutraal in 2050. De route naar het einddoel heeft dus een flexibele insteek. Deze flexibele route heeft ook voordelen, er kunnen gaandeweg makkelijk andere paden worden ingeslagen, er kan gesproken worden over een adaptief innovatiebeleid. Een beleid dat uitdagingen meebrengt voor de overheid, de maatschappij en het bedrijfsleven. Maar ook een beleid dat ruimte biedt voor innovatie op diverse niveaus en componenten.
Hierbij past een faciliterende rol voor de overheid, waarbij ontwikkelingen in gang worden gezet door meerdere partijen. Belangrijk hierin is de dialoog. Zonder een dialoog tussen overheid, burgers, organisaties, bedrijfsleven en kennisinstellingen kan deze transitie niet of moeilijk worden gemaakt. De energievraagstukken waarvoor Emmen staat zijn complex. Daarom hecht de gemeente Emmen sterk aan externe inbreng. Externe partijen worden in de toekomst vaker uitgenodigd om deel te nemen aan de dialoog over deze vraagstukken. De energiedialogen komen hoger op de agenda te staan en de uitkomsten van deze dialogen gaan een essentiële inbreng hebben in het gemeentelijke beleid.
Verantwoording gegevens
Het energiegebruik, hernieuwbare energiegebruik en de CO2-uitstoot zijn gebaseerd op gegevens van het CBS, Klimaatmonitor en Emissieregistratie. Niet alle gegevens zijn beschikbaar op gemeentelijk niveau. Daarom zijn sommige waardes bepaald op basis van landelijke gegevens en relevante variabelen. Zo is de productie van bodemwarmte bij kantoren ingeschat op basis van de landelijke productie van bodemwarmte bij kantoren en de omvang van de kantoorruimte in Emmen. Deze werkwijze levert over het algemeen betrouwbare getallen op. In sommige gevallen kan de lokale situatie sterk afwijken van het gemiddelde, wat leidt tot een vertekend beeld in de monitor. Er zijn twee belangrijke onzekerheden die ervoor kunnen zorgen dat het geschetste beeld in de toekomst bijgesteld moet worden:
- Het energiegebruik en de bijbehorende CO2-uitstoot door een deel van de industrie wordt op gemeentelijk niveau niet openbaar gemaakt. In Emmen levert deze industrie een belangrijke bijdrage. De waarde die in deze monitor gebruikt wordt, kent een relatief grote onzekerheidsmarge.
- De hoeveelheid geproduceerde biodiesel die op de binnenlandse mobiliteitsmarkt wordt afgezet is berekend op basis van lokale productiecapaciteit en landelijke productiegegevens. Deze waarde heeft grote invloed op het aandeel hernieuwbare energie in Emmen.
Bij de omrekening van energiegebruik naar CO2-uitstoot wordt gebruik gemaakt van CO2-emissiefactoren. Dit zijn getallen die aangeven hoeveel CO2-uitstoot toegerekend kan worden aan een bepaalde activiteit, zoals het verbranden van 1 m3 aardgas. Verschillende bronnen gebruiken verschillende emissiefactoren. Hierdoor kan de CO2-uitstoot die deze monitor geeft, verschillen van die van andere bronnen. In deze monitor is gerekend met de volgende CO2-emissiefactoren:
- Elektriciteit: 0,526 kg/kWh
- Aardgas: 1,887 kg/Nm3
- Diesel: 0,074 kg/MJ
- Benzine: 0,069 kg/MJ
- LPG: 0,063 kg/MJ